De Retrievertest brengt een groot aantal eigenschappen, waaraan een ideale retriever aan zou moeten voldoen, in kaart. Veel aandacht wordt besteed aan de buitdrift, brengdrift en de buitdelingsbereidheid, omdat dit eigenschappen zijn die bepalen of de hond een goede retriever is in de letterlijke zin van het woord: een jachthond die het geschoten wild opspoort en terugbrengt naar de voorjager.
Het terug brengen van wild naar de voorjager.
Ook andere eigenschappen die voor een jachthond van belang zijn, zoals een ‘goede neus’, markeervermogen, zelfvertrouwen en stressbestendigheid komen uitgebreid aanbod
Een andere component die uitvoerig wordt getest is het sociale gedrag naar mensen en naar andere honden.
De Retrievertest bevat 17 testonderdelen. Dat lijkt heel veel, maar de meeste onderdelen nemen niet meer dan een of twee minuten in beslag, zodat de hele test ongeveer 30 minuten duurt. Voldoende om een goed beeld te krijgen van de hond. De situaties waaraan de hond wordt blootgesteld zijn allemaal normale situaties, die een gewone gezinshond ook mee zou kunnen maken. Daarbij loopt de hond een groot deel van de tijd los, zodat hij helemaal zijn eigen gang kan gaan. Alleen waar de hond zou kunnen schrikken, wordt hij aan een lange lijn gedaan, om te voorkomen dat hij de benen neemt met alle mogelijke gevolgen van dien. De baas van de hond is bij alle testen, op één na, aanwezig.
Het woord ‘test’ is eigenlijk verkeerd, want het gaat hier niet om een soort examen waarvoor je al dan niet kunt slagen, maar om een gedragsobservatie. Dat wil zeggen dat het gedrag van de hond in al zijn facetten voortdurend wordt geobserveerd, ook als hij dingen terloops even tussendoor doet die op zich niets met het testonderdeel te maken hebben. Als hij bijvoorbeeld tijdens het testonderdeel ‘apporteren’ hevig schrikt van een toevallig overkomend vliegtuig, dan wordt dit ‘meegenomen’ in de beoordeling over prikkelgevoeligheid. Evenzo zegt het toevallig meenemen van iets dat in het water ligt tijdens de watervrij test weer iets over zijn buitdrift en apporteerkwaliteiten. In de test wordt niet, zoals bijvoorbeeld in de MAG test, de druk op de hond bewust opgevoerd om te kijken waar de ‘drempel’ ligt, waar een hond overgaat tot ander gedrag, zoals angst of agressie. Er wordt in een ontspannen sfeer getest en de hond krijgt steeds tijd en hulp om te laten zien wat hij ‘in huis’ heeft en om bij een eventuele schrikreactie te herstellen. Doel van de test is immers om de eigenschappen van de hond optimaal te inventariseren.
Een gewenste eigenschap van de Flatcoat is het watervrij zijn.
Bron omschrijving Retrievertest: FRC website
Foto’ s: Elma de Vries